('spe:l) v. (-s)
1. a. Algm. tafel voor gezelschaps- of kansspelen: aan de zijn fortuin verliezen. Tgst. kletstafel.
b. Inz. dergelijke tafel voor het kaartspel: een vouwbaar met laken bekleed -tje.
2. tafel met toetsen voor het bespelen van een orgel of een klokkenspel: een orgel met elektrisch verrolbare -.