(spesiali'teit) v.
I. Eig. speciaal onderdeel van enig vak of beroep: wat is zijn -?
II. Metn.
1. Algm. beoefenaar van een specialiteit, specialist: een in de Griekse Oudheid.
2. Inz. a. specialist in de geneeskunde : een raadplegen.
b. biezonder artist in een bepaalde kunst.