v. (-je) [< snuffen]
I. Eig.
1. Algm. geur, reuk, lucht.
2. snufje Inz. bedorven reuk : dat vlees heeft een -je weg.
II, Metf.
1. vermoeden : hij heeft er de van.
2. opvatting betreffende wat welgemanierd is, mode : naar de nieuwste gekleed.
II.meestal vklw. Metn. [van II 2] .modeartikel : het nieuwste) -je.