('snij) v. (...bonen)
I. Eig. lange, platte boon, peulvrucht die, in onrijpe toestand, in schijfjes gesneden wordt, gekookt en als groente gegeten : ...bonen in het zout konserveren.
II. Metn. klimplant waarvan de snijboon de vrucht is (Phaseolus compressus).
III. Metf. [van I]
1. soort van lange, vlakke vrachtschuit.
2. vreemd persoon : een leuke, rare -.