I. bn. en bw. (-er, —st)
1. glad neerliggend : haar; zijn haar kammen. Tgst. ➝ gekruld.
2. slap neerhangend : de natte, -e kleren slierden haar om de benen; haar jurk viel -. -
II. v. het sluiken, alleen in de uitdrukking : ter -, tersluiks.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
I. bn. en bw. (-er, —st)
1. glad neerliggend : haar; zijn haar kammen. Tgst. ➝ gekruld.
2. slap neerhangend : de natte, -e kleren slierden haar om de benen; haar jurk viel -. -
II. v. het sluiken, alleen in de uitdrukking : ter -, tersluiks.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: