Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

Shaftesbury

betekenis & definitie

(‘sja:fsbori)

1. (Anthony, graaf van) Engels staatsman, ° 1621, 1661-1673 minister van Jakob II, daarna aan de zijde van de Whigs, ♱ 1683 te Amsterdam.
2. (Anthony, graaf van) Engels wijsgeer, • 1671 te Londen, kleinzoon van (1), ♱ 1713 te Napels; neemt in de moraal het zedelijk bewustzijn als norm.

< >