(sfe:r) v. (sferen) [Fr. <Gr. sphaira, bol]
I. Eig. Ver oud. bol, hemellichaam.
II. Metf.
1. bol vormig gedacht gebied dat de aarde omgeeft: in. uit hoger of sferen, in, uit de hemel.
2. denkbeeldig gebied waar bepaalde geestelijke waarden thuis horen : men bedoelt twee sferen nl. van het individueel en van het gemeenschappelijk leven; in hogere sferen zijn, met zijn gedachten bij hogere zaken verwijlen of Scherts, met zijn gedachten afwezig zijn.
3. geheel van denkbeelden of gevoelens : hij leeft in een van illuzies, van plezier.
4→ kring, gebied: dat is zijn -; dat ligt buiten zijn -.