(se'na:t) m. (...naten) [Fr. < Lat. senatus. raad van de ouden] hoogste bestuurslichaam nl.
1. in Oud-Rome, hoogste bestuurslichaam dat het staatshoofd ter zijde stond en hem van advies diende.
2. Eerste Kamer in sommige landen : de Belgische -. → Grondwet (Belgische) 53.
3. raad der hoogleraren van een universiteit: akademische -.
4. bestuur van sommige studentenkorpsen.
Enc. In Oud-Rome was de senaat samengesteld uit 100, sinds de opname van de plebejers, uit 300 leden. Hij verkreeg allengs de gehele leiding van de binnenen buitenlandse politiek en de konsuls moesten zijn besluiten uitvoeren.