o. (-en; -tje) TFr. signe < Lat. signum, teken]
1.Eig. teken waardoor men een waarschuwing geeft of een mededeling doet : het tot, voor iets geven; -en wisselen, beantwoorden; alarm-, klok-, knal-, licht-, nood-, nummer-, stormsein; de gevangenzetting van N. gaf het tot hevige protesten, was de aanleiding daartoe.
2.Metn. voorwerp om er seinen mee te geven : de trein reed het voorbij.