Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

Schlegel

betekenis & definitie

('sjle.’ʞəl)

1. (August Wilhelm von) Duits taalgeleerde en dichter, • 1767 te Hannover, hoogleraar o. a. te Bonn, waar hij 1845 ♱ ; vertaalde o. a. Shakespeare en Calderon.
2. (Friedrich von) Duits schrijver, ° 1772 te Hannover, broeder van (1), ♱ 1829 te Dresden; stichter der Romantische School in Duitsland, schreef o. a. de roman Lucinde (1799) en, als een der eerste Sanskrietkenners Über die Sprache und Weisheit der Inder (1808)
3. (Gustaaf) Nederlands sinoloog, 0 1840 te Oegstgeest, hoogleraar te Leiden, waar hij 1903 overleed; gaf o. a. uit NederlandschChineesch Woordenboek (1891).

< >