I. Eig.
Veroud. bescherming: onder iemands - en schuts. II. Metn.
1. a. Algm. voorwerp dat tot bescherming dient: regen-, zonnescherm.
b. Inz. a. opstaande, met doek, papier enz. overspannen wand tot beschutting: tocht-, vuur-; hij moest als dienen om het spel van de anderen te verbergen,
b. plat of gebogen voorwerp om licht tegen te houden: een roze licht van kaarsen in -pjes dommelde over de tafel.
c. [vertaling van Lat. umbrella, zonnescherm] bloeiwijze waarbij gesteelde bloemen aan een korte spil zitten: bij de kers vindt men bloemen in -en; in (een) bloeien; wanneer de steeltjes van een kleinere -vies dragen, spreekt men van een samengesteld -; bijscherm.
2. [beschermen verzwakt tot: aan het gezicht onttrekken] a. doek, gordijn of andere afsluiting die vóór en na de vertoningen het toneel aan het gezicht onttrekt: het viel, werd opgehaald; het leden vallen, zakken,
b. een van de losse stukken wand die een ➝ toneel omsluiten, coulisse: zij hebben nieuwe -en doen schilderen; zij-, bovenschermen; achter de -en blijven, zich achter de -en houden, niet openlijk optreden maar toch de drijfkracht (helpen) vormen; achter de -en kijken, zien, zich vergewissen van verborgen bedoelingen of verhoudingen.