Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

schep

betekenis & definitie

(-pen; -je)

1. v. Eig. gereedschap om mee te scheppen: een nap, een lepel, een halve cilinder zijn -pen.
2. m. Metn. hoeveelheid die in een schep gaat: een kolen; er een -je op doen, zijn bod of eis verhogen of wat meer kracht (doen) ontwikkelen of iets aangedikt of overdreven verder vertellen.
3. m. Metf. Gemz. grote hoeveelheid, menigte: een geld; een vreemdelingen.

< >