Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

schalk (divers)

betekenis & definitie

I. m. (-en; -je)

1. Veroud. sluwe deugniet, schelm, schavuit.
2. Verzw. grappenmaker, spotvogel, leukerd: hij was van nature een -.

Syn. ➝ gast. II. bn. en bw. (-er, -st)

1. Veroud. schelmachtig, schurkachtig.
2. guitig, grappig, leuk: om haar lippen speelde een glimlach van -e ondeugd; lachen.

< >