('scha:duw) o. (-en)
I. Eig.
1. Algm. beeld dat slechts uit schaduw bestaat: als een voorbijgaan.
2. Inz. beeld dat ontstaat doordat men de schaduw van iemand of iets op een licht vlak werpt: met zijn vingers -en van dieren maken.
Syn. silhouet. II. Metf. hersenschim: -en najagen, verjagen.