Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

Ruyter

betekenis & definitie

('ruitər) (Michiel Adriaanszoon de) grootste Nederlandse zeeheld, 0 24 maart 1607 te Vlissingen, 1618 matroos, 1636 kapitein; onderscheidde zich in de Eerste Engelse Oorlog 1652-1654 door de overwinning op de Engelse vloot bij Plymouth (maart 1653); ondernam een tocht naar de Middellandse Zee tegen de Algerijnse zeerovers, en 1658 naar de Oostzee, waar hij met de vloot van Karel X van Denemarken, Nyborg aan de Zweden ontnam; heroverde 1664 op de Engelsen de door hen bezette Nederlandse bezittingen op Afrika’s westkust en werd, na van Wassenaers dood, 1665 tot opperbevelhebber van de vloot benoemd ; versloeg in de Tweede Engelse Oorlog, 1665-1667. in de Vierdaagse Zeeslag (10-14 juni 1666) de Engelse vloot, en drong bij de Tocht naar Chatham (juni 1667) tot dicht bij Londen door; overwon in de Hollandse Oorlog 1672-1678 (Derde Engelse Oorlog) de Frans-Engelse vloot 7 juni 1672 bij Solebay, 7 juni 1673 bij Schoneveld, 21 aug. bij Kijkduin, alsmede de Franse vloot onder Duquesne 8 jan. 1676 bij Stromboli, 22 april bij de Etna ; werd er dodelijk gewond en overleed 29 april te Syracuse ; werd gebalsemd en in het koor van de Nieuwe Kerk te Amsterdam begraven. Standbeeld te Vlissingen en te Debrecen (Hongarije).

< >