Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

rustig kalm

betekenis & definitie

('rustəch) bn. en bw. (-er, -st)

1. vrij van arbeid en inspanning: een -e oude dag hebben.
2. waarin (goed) geslapen wordt : de zieke had een -e nacht; de nacht doorbrengen.
3. vrij van beslommeringen en zorgen : een -e tijd beleven.
4. niet of weinig in beweging : het -e water; de -e lucht; het kind, de zieke is nu -.
5. in dezelfde toestand blijvend : die -e welvaart is voorbij.
6. in regelmatige, gelijkmatige beweging : de ademhaling is -; doorstappen.
7. vrij van innerlijke beroering : alles was in haar ziel; een bestaan; -e kalmte; hij keek met -e superioriteit op hen allen neer; iets beantwoorden, zeggen, af wachten; iets kunnen doen, zonder vrees voor gevaar. Syn. → bedaard.
8. geluidloos : een grote -e stilte.
9. kalm, niet schreeuwerig : licht; -e klanken, kleuren; haar stijl is -; een behangen vertrek.
10. vrij van drukte en gewoel: in een -e atmosfeer leven.
11. vredig, idyllisch: hoe is die streek!
12. ongehinderd, ongestoord : zijn gang gaan; kunnen studeren.
13. onbetwist, vreedzaam : in het bezit van zijn recht.
14. niet oproerig, niet geneigd tot oproer : de stad bleef zich bij zware voorwaarden neerleggen.

< >