Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

Russisch-Franse Oorlog

betekenis & definitie

('russis) m. oorlog die tussen de Russen en de Fransen 1812 uitbrak, toen Napoleon verscherping van het kontinentaal stelsel eiste.

Geschiedenis De strijdkrachten onder NAPOLEON (onderbevelhebbers : DAVOUT, NEY, MURAT, PONIATOWSKI, REYNIER) bedroegen 700 000 man, meest Rijnbondssoldaten, Italianen, Spanjaarden, en voor de kleinste helft Fransen. De Russen werden gekommandeerd door BARCLAY DE TOLLY, BAGRATION, KOETOESOV ; hun hoofdleger telde 270 000 man. NAPOLEON overschreed 23 juni de Njemen, overwon de Russen 17 aug. bij Smolensk, 7 sept. bij Borodino, en trok 14 sept. het verlaten Moskou binnen. De volgende dag begon de brand van de stad. De 19de okt. moest hij langs dezelfde weg terugkeren. Door gebrek aan levensmiddelen, warme kleding en krijgstucht, alsmede door de aanvallen van de kozakken op de achterhoede, nam de kracht van het leger dagelijks af. Van de 26ste tot de 29ste nov. trok NAPOLEON over de Berezina en verliet 6 dec. het leger, dat nog een 18 000 man sterk was, toen het de Njemen bereikte.

< >