v. (-en) [Ofr. roie, streep]
I. Eig.
1. Algm. Veroud. streep, schreef, lijn.
2. Inz. rooilijn.
II. Metf.
1 . richting bij het schieten : de -te hoog nemen; daar is geen mee te schieten, daar is niets mee aan te vangen.
2. richtsnoer : buiten alle tewerkgaan.