Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

rog , vis

betekenis & definitie

m. (-gen; -je, -getje) v. (als stofnaam) tot 1 m lange, platte eetbare zeevis, gekenmerkt door grote, met de kop vergroeide borstvinnen en een lange, dunne staart (Raja clavata) : de leeft aan onze kusten ; was er slimmer in zee, hij zou bij mij aan boord komen, slechter kan ik het niet treffen.

< >