('ritmə) o. (-n) [Fr. < Gr. rhuthmos < rhein, stromen]
1. Algm. beweging waarin zekere maat heerst : het bij de dans.
2. Inz.
a. regelmatige afwisseling van heffingen (lange of betoonde lettergrepen) en dalingen (korte of onbetoonde lettergrepen) in verzen of proza.
b. muzikale afwisseling van tənen van verschillende lengte binnen een gelijkmatig wederkerende tijdmaat.