('ringən)
I. mv. twee aan touwen hangende en met leer omklede ringen voor gymnastische oefeningen.
II. (ringde, heeft geringd)
1. een ring door de neus doen om te bedwingen : een varken -.
2. bedwingen, overmeesteren : iemand -.
3. van een ring voorzien: sigaren -.
4. een ring om de poot doen: een duif, kip -.
5. aan een ring vastleggen : een vaartuig -.