( 'reinard) m. Middelnederlands dierenepos dat de lotgevallen van de sluwe vos verhaalt.
Enc. De inhoud, kort samengevat, is als volgt. Koning Nobel (de leeuw) hield een rijksdag en daar klaagden alle dieren, behalve Grimbert (de das) over Reinaard (de vos). Deze werd tot de galg veroordeeld, doch wist zich vrij te pleiten, kwam in groot aanzien bij de koning en deed zijn vijanden straffen. Het eerste gedeelte van het epos is misschien door een dichter genaamd AERNOUT, naar een Frans model vrij bewerkt; het tweede gedeelte van de goed sluitende kompositie zou het werk zijn van een zekere WILLEM, een Oostvlaming uit het Land van Waas, die het ± 1260 zou hebben geschreven. Reinaard de Vos is een der meesterstukken van onze middeleeuwse letterkunde, maar tevens een hekeling van de maatschappelijke toestanden in die tijd.
Omstreeks 1375 heeft een onbekend gebleven Westvlaming het gedicht opnieuw bewerkt en er een vervolg aan toegevoegd. Deze Reinaard II staat over het algemeen niet op dezelfde hoogte als Reinaard I. In de xvde eeuw werd de stof tot verschillende volksboeken omgewerkt. Ook in het modern Nederlands is de Reinaard meermalen vertaald o. a. door S. STREUVELS en door Pol DE MONT voor het toneel bewerkt.
