Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

regering

betekenis & definitie

(rə'ge:ring) v. (-en)

A. [regeren 1]
I. Eig, het regeren : de aanvaarden; aan de zijn, regeren. Syn. → beheer.

II. Metn.

1. een of meer personen die regeren, oppergezag, overheid: de treedt af.
2. tijd dat een vorst regeert: onder de van Albert.
B. [regeren 8] Taalk. naamval of voorzetsel dat op een woord moet volgen : de van een werkwoord.