(ra:f) v. (raven; -je)
1. Eig. glanzig zwarte, tandsnavelige vogel met dikke snavel, in geheel Europa, Noord-Azië en Noord-Amerika (Corvus corax): zo zwart als een -. Gez. al zouden de raven het uitbrengen, ten slotte komt alles uit; een witte -, iets biezonder zeldzaams; stelen als een - of als de raven, brutaal weg.
2. Raaf Metf. sterrenbeeld.