(pro'fessi) v. (-s)
I. Eig. het openbaar bekennen nl.
1. belijdenis des geloofs.
2. Kat. openbare aflegging van kloostergeloften.
II. Metn. [wat men openbaar bekent te zijn] ambt, beroep : hij danste als louter liefhebber, niet als -; letterkundige van -; een kwaadspreekster van -, in hoge mate.