(pro'sessi) v. (-s; -tje) [Fr. < Lat. processio < procedere, vooruitgaan]
1. Eig. in de Katolieke Kerk, plechtige processiekruis kerkelijke omgang, dikwijls met het Allerheiligste :
- houden; in (rond)gaan; spelen; men kan niet in de gaan en de klok luiden, men kan geen twee dingen tegelijk doen.
2. Metf. grote rij, lange optocht : een hele van auto's.