v. (-en; -je) [Fr. (em)preinte < Lat. imprimere, indrukken]
I. Eig. indruksel nl.
1. Jacht. indruksel, spoor van een dier : de -en op de sneeuw onderscheiden.
2.
a. afdruksel van een houten blok, een gegraveerde plaat enz. : koperen platen snijden om -en te vervaardigen.
b. Uitbr. gedrukte afbeelding, plaat : er staat een mooie vóór in het boek; zwarte -; -jes kijken, zoeken in een boek; de kapelaan heeft hem een (heiligen)prentje gegeven; bidprentje; de figuur (midden) in de -; zo stijf als een (poppetje op een) -; de van Roodkapje, blad papier met die geschiedenis in prentjes.
II. Metn. veelal Scheldn. persoon die er uitziet of zich voordoet als een figuur op een prent : een fat, een stijf houterig meisje noemt men wel eens -.
III. Metf. schildering in woorden, beschrijving : hij kleurde een mooie van de slag bij Nieuwpoort.
