('postən)
I. mv. Jacht, soort van kleine kogels waarvan er 9 à 12 op het geweer worden geladen.
II. (postte, heeft gepost)
1. op de post doen: briefkaarten -.
2. bij een werkstaking op de uitkijk staan om te zien of er ook gewerkt wordt en de werkwilligen last of geweld aan te doen: een hele troep arbeiders stond te -.