(pe’tro:leum) m. [Lat. petra, steen + oleum, olie] kleurloze of geelbruine, vette en licht ontvlambare steen- of bergolie uit koolwaterstoffen bestaande : naar boren; ruwe, geraffineerde -. Enc. De eerste petroleumbronnen werden 1858 aangeboord in de Verenigde Staten bij Titusville, niet ver van het Erie Meer, tussen Cleveland en Buffalo.
In het begin der xxste eeuw ontdekten de Russen een geweldig petroleumbekken in de Kaukasus en een Engels missionaris vond in Mesopotamië, in het gebied waar eeuwen lang in de tempels, ter ere van de lichtgod Ormoezd, geweldige offerfakkels brandden, de reeds door Herodotos vermelde bronnen van Babylon, waar thans het Irak-Perzisch petroleumgebied wordt geëxploiteerd. Waarschijnlijk ontstond petroleum uit mikro-organismen, zowel plantaardige als dierlijke, die vetten, oliën en eiwitten bevatten.
Dat geschiedde onder toename van druk en temperatuur der aardlagen. Men wint petroleum bijna uitsluitend door boorgaten.
Het boorgat van Vera Cruz in Mexico bereikte in 1931 een diepte van 3226 m. Door buisleidingen, met tankschepen of -wagens wordt ze verder naar de fabrieken vervoerd en hier gedistilleerd en geraffineerd.
Zo verkrijgt men lamppetroleum, benzine, smeeren stookoliën (o. a. voor dieselmotoren), paraffine en asfalt. Lange tijd was het in de politiek een adagium dat „Wie de petroleum bezit, de wereld in zijn macht heeft”.
Daarom ontstonden een groot aantal petroleumondernemingen o. a. in Amerika de Standard Oil, waartegen de Nederlander DETERDING de Royal Dutch Shell tot stand bracht. Hij sloot ook overeenkomsten met de Anglo-Persian Oil Company, waarin Engeland grote belangen heeft.
Duitsland legde de Bagdadspoorweg aan om de Europese petroleumhandel te kunnen beheersen. Frankrijk heeft slechts een onbelangrijke rol gespeeld in de petroleumstrijd die tot in de laatste jaren vóór de Wereldoorlogen, tussen de grote landen werd gevoerd.
In de laatste tijd schijnt er een petroleum vrede te heersen wegens overeenkomsten der petroleummachten.