Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

pallas

betekenis & definitie

I ('pallas) m. (-sen) [Dul. < Slav.] ruitersabel, gewoon wapen van de kavalerie.

II pallas ('pallas) v. (-sen) palla (2). Pallas I ('pallas) m. zoon van Evander en strijdgenoot van Aeneas, werd door Turnus gedood.

II ('pallas) v.

I. Eig. bijnaam van 1, de Griekse godin → Athena.
2. de Romeinse godin Minerva.

II. Metf. asteroïde tussen Mars en Jupiter.

< >