(pala'ta:l)
1. v. (.. talen) [Lat. palatum, verhemelte] medeklinker die gevormd wordt door artikulatie van de tong tegen het achterste gedeelte van het harde verhemelte : sj en zj zijn ...talen.
2. bn. (...tale) van, bestaande uit, betreffende een palataal: een ...tale letter.