(pala'dijn) m. (-en) [Fr. < Lat. palatinus < palatium, paleis]
I. Eig.
1. hofridder : de -en van koning Arthurs tafelronde.
2. Uitbr. een der twaalf prinsen van Karel de Grote : Roeland was een van de -en. Syn. pair.
II. Metf.
1. ridderlijke held : het meisje had haar behoud te danken aan haar behulpzame -.
2. beginselvast voorstander, verdediger : de van des volks rechten.