('o:vər) (schreef over, heeft overgeschreven)
1. naar elders schrijven : wat er gebeurd was werd dadelijk overgeschreven.
2, uit een ander geschrift overnemen : uitdrukkingen woordelijk de jongens mogen in de school niet -. Syn. → afschrijven.
3. op een andere naam stellen : schrijf die schuldbekentenis op N. over.
4. nog eens schrijven : de kopij -.
5. per giro overmaken.
6. in het net schrijven : zijn schoolwerk -.