(schakelde over, heeft overgeschakeld)
I. Eig. door schakelen (I) overbrengen nl.
1. bij een elektrische geleiding : de stroom -.
2. bij een auto : schakel over op de 2de versnelling.
3. bij telefoon, radio : wig over naar de koncertzaal in Amsterdam.
II. Metf. overbrengen van een bepaalde toestand naar een andere : het van de oorlogsnaar de vredestoestand