I (ovər) m. (-ken; -je)
I. [overdrukken I 1]
1. Eig. het overbrengen van een afbeelding op iets anders : welke zijde van het papier is voor de bereid?
2. Metn. door drukken overgebrachte afbeelding : een van een kunsttekening. Syn. afdruk.
II. [overdrukken I 2] afdruk van een tijdschrift enz. : stuur mij een -je van je artikel. III. [overdrukken I 5] wat opnieuw gedrukt is : zijn Verspreide Opstellen zijn -ken van vroegere artikelen. IV. [overdrukken II]
1. Eig. het over iets anders heendrukken : de van de dwarslijnen over de staande lijnen.
2. Metn.
a.wat over iets heen gedrukt is ; een postzegel met een,
b. postzegel met overdruk (a). [een atmosfeer.
overdruk (‘o.’vər) m. (-ken) Stoomw. druk boven overdruk III ('o.’vər) bn. en bw. overmatig druk : hij heeft het -; een -ke straat; de kinderen waren vanmiddag -; doen.
