Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

opstappen

betekenis & definitie

('op) (stapte op, heeft opgestapt)

1. [op, naar boven] naar boven, opwaarts stappen: een stoep -.
2. [op, Uitbr. in een bepaalde richting] in een bepaalde richting voortstappen: hij kwam het buitenverblijf -.
3. [op, verdere Uitbr. weg]
a. Eig. opstaan en zich verwijderen: stappen wij nu al op?
b. Metf. Gemz. sterven: hij is niet van plan om nu al op te stappen.
4. (op, naar elders] op iets stappen: stap op (nl. op het weegtoestel) en laat je wegen.

< >