('op) (merkte op, heeft opgemerkt)
1. oplettend gadeslaan, waarnemen: een -de geest.
Syn. ➝ aanmerking nemen (in).
2. nauwkeurig zien, bespeuren: dat heb ik dikwijls opgemerkt; iemand iets doen -; opgemerkt worden, de aandacht trekken.
Syn. ➝ bemerken.
3. de aandacht erop vestigen: in het voorbijgaan moet ik dat ...