('op) (hakte op, heeft opgehakt)
1. door hakken openen, losmaken: de grond -.
2. alles hakken wat gehakt moet worden: het hout -.
3. pochen, bluffen: hij heeft weer zitten -.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
('op) (hakte op, heeft opgehakt)
1. door hakken openen, losmaken: de grond -.
2. alles hakken wat gehakt moet worden: het hout -.
3. pochen, bluffen: hij heeft weer zitten -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: