(’o:pən) (legde open, heeft opgengelegd
I. Eig.
1. zo leggen dat het open is : de boeken -, ook Fig. er inzage van geven.
2. Uitbr. openen : een beerput -.
II. Metf.
1. ontwikkelen : een onontwikkeld land -.
2. blootleggen, openbaren : zijn hart een zaak -.