(ont'wikkələn) (ontwikkelde, heeft ontwikkeld)
I.
1. wat ineengewikkeld is ontrollen : een verward kluwen -.
2. Wisk. herleiden, vervormen : een getallenvorm -.
3. Mil. uitspreiden, deployeren : een troepenmacht -.
4. doen ontspruiten : de lentezon ontwikkelt de zaden in de grond.
5. doen ontstaan : een scheikundige oplossing ontwikkelt warmte; een grote kracht -.
6. Fot. het negatief beeld ervan zichtbaar maken door een chemische bewerking : een portret -.
7. tot verdere wasdom doen komen : het lichaam -; iemands verstand, zijn karakter, ziel -.
8. nader uiteenzetten : denkbeelden, ontwerpen, gevoelens
9. nader uitwerken : een muzikale zin -.
10. ten toon spreiden : de moed die de jongen in zulke hachelijke omstandigheden ontwikkelt.
II. zich
1. ontkiemen : zaden zich.
2. tot volle wasdom komen : een dier ontwikkelt zich sneller dan een mens; zich door sport -.
3. meer kennis, beschaving opdoen : gelegenheid hebben om zich te -.
4.ontstaan : voortdurend hebben uit oude toestanden zich nieuwe ontwikkeld; er- zich driften die ik bij hem niet vermoedde; er ontwikkelt zich elektriciteit.