Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

ontrollen

betekenis & definitie

(ont’rollen) (ontrolde, ontrold)

I. (heeft)
1. wat dichtgerold is openspreiden : een geografische kaart -. Tgst. oprollen.
2. laten wapperen: met ontrolde banieren.
3. voor ogen stellen, schetsen, schitteren : taferelen uit het menselijk leven -.
4. ten toon spreiden : het veld ontrolt zijn groenend grastapijt; een schitterend tafereel ontrolde zich voor onze ogen.
5. ontstelen : zijn geld werd hem door gauwdieven ontrold.

II. (is) rollend ontvallen : traan op traan ontrolt zijn oog.

< >