(ont'nestələn) (ontnestelde, heeft ontnesteld) W. g. ontnesten. ontnesten (ontnestte, heeft ontnest)
1. uit het nest ontnemen : spreeuwen -.
2.ontgroeien : jongelui aan de natuurlijke eenvoud ontnest.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
(ont'nestələn) (ontnestelde, heeft ontnesteld) W. g. ontnesten. ontnesten (ontnestte, heeft ontnest)
1. uit het nest ontnemen : spreeuwen -.
2.ontgroeien : jongelui aan de natuurlijke eenvoud ontnest.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: