Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

ontkleden

betekenis & definitie

(ont'kle:dən) (ontkleedde, heeft ontkleed)

1.van klederen ontdoen : een kind, zich -; men moet zich niet voor men naar bed gaat of voor ’t naar bed gaan, ook Fig. men moet zijn goederen enz. eerst afstaan na zijn dood. Syn. uitkleden. Tgst. → aankleden.
2. ontbloten : de herfst ontkleedt het veld.

< >