I. ('ondər) (legde onder, heeft ondergelegd) onder zich op de grond leggen: bij een worsteling zijn tegenstanders -.
II. (‘leggən) onderlegde, heeft onderlegd)
1. steunen door er iets onder te leggen ; een vat -.
2. Boekdr. een weinig ophogen door er strookjes papier onder te leggen : de regels drukken te flauw af, je moet ze -.
3. voorbereiden ; zijn leraar heeft hem voor de klassieke talen goed onderlegd.
→ onderlegd.