Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Ohm

betekenis & definitie

(o:m)

1. Eig. (Georg Simon) Duits scheikundige, ° 1787, overleden 1854 als hoogleraar te München; ontdekte de Wet van Ohm die zegt dat de sterkte van een elektrische stroom evenredig is met de elektromotorische kracht en omgekeerd evenredig met de weerstand.
2. o h m m. en o. (-s) Metn. maateenheid van elektrische weerstand.

< >