(op'struksi) v. (-s)
I. Eig.
1. Algm. verhindering, hindernis.
2. Inz. hardlijvigheid, verstopping.
II. Metf. [van I 1] stelselmatige dwarsdrijverij der minderheid om in een vergadering het tot stand komen van een wet of regeling te verhinderen: voeren.