('no:rtsə) m. oorlog 1700-1721 door Rusland (Peter I de Grote), Polen (August II) en Denemarken (Frederik IV) tegen Karel XII van Zweden gevoerd.
Geschiedenis. KAREL XII van Zweden sloeg dadelijk het beleg voor Kopenhagen en dwong FREDERIK IV tot de Travendaler Vrede (8 aug. 1700). De 30ste nov. versloeg hij PETER DE GROTE bij Narva. Het volgend jaar drong hij in Polen door, waar hij 1704 STANISLAUS LESZINSKI tot koning verhief en AUGUST II 1706 bij de Vrede van Altranstädt tot troonsafstand dwong. Door de kozakkenhetman MAZEPPA verleid, trok hij 1708 naar de Oekraïne, werd 1709 bij Poltava verslagen en vluchtte naar Turkije. Daar ook in Noord-Duitsland de oorlog dreigde uit te breken, sloten Rusland, Engeland en Holland het Haagse Koncert (1710) waarbij Jutland, Sleeswijk en de Zweedse bezittingen in Duitsland onzijdig werden verklaard.
Dit verdrag werd door KAREL XII als een schending van zijn rechten verworpen. Deze had ondertussen de Turken opgehitst die in 1711 PETER bij de Proet versloegen. In 1714 keerde Karel langs Duitsland naar Zweden terug, waar hij, door VON GÖRTZ geholpen, aanstalten maakte om Noorwegen aan Denemarken te ontnemen, maar sneuvelde 1718 voor Frederikshal. In 1721 werd de Vrede van Nystad gesloten, waarbij Zweden de Oostzeeprovinciën aan Rusland moest afstaan en waardoor de eerste rang onder de Noordse staten overging op Rusland, dat tevens in de rij van de Europese grote mogendheden zijn plaats innam.