Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

nimf

betekenis & definitie

v. (-en ; -je) [Gr. numphè]

I. Eig. Gr.Myt. natuurgodin onder de gedaante van een bevallig meisje : men onderscheidt bergnimfen of oreaden, bron-, ririernimfen of najaden, dalnimfen of napeeën, zeenimfen of oceaniden, nereïden enz. ; bekende -en zijn Echo-Egeria, de huaden, Kalupso, Kirke enz.

II.Metf.

1. (vklw. ook :-elijn) Dicht, geliefde.
2. lichtzinnig meisje.
3. pop van een insekt.

< >