Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Niklaas

betekenis & definitie

(ni’kla:s) (St.) bisschop, zou o. a. drie vermoorde knapen weer opgewekt hebben en bij iemand, die zonder genoegzame fortuin was om zijn dochters met een behoorlijke bruidschat uit te huwelijken, des nachts door het raam een grote som gelds geworpen hebben, ♱ 342; feest : 6 dec. Als mansnaam ook : Nicolaas, Nico, Nic, Ko, Klaas.

< >