Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Nederlands-Limburg

betekenis & definitie

('ne:dərlants) o. provincie in Nederland. Hoofdstad : Maastricht.

1. Aardrijkskundig. Oppervlakte. 2191 km2. Bodem. In het noorden lage zandgronden met uitgestrekte heidevelden te midden waarvan bouwgronden liggen. Het zuiden, het hoogste gedeelte van Nederland

(Vaalser Berg 322 m), Is met vruchtbare Limburgse klei of löss bedekt. Bevolking. 672 000 inw. De landbouw levert in het noorden rogge en aardappelen op, in het zuiden tarwe, haver, suikerbieten en aardappelen ; ook ooftteelt in het zuiden. De veeteelt is niet onbelangrijk. Nijverheid vooral te Maastricht (aardewerk-, glas-, metaal-, papierfabrieken); steenkolenmijnen in de streek van Heerlen. Handel inz. te Maastricht.

2. Geschiedkundig. → Limburg.

< >